De wereldwijde schoolkalenders verschillen enorm. Elk land heeft zijn eigen manier om het schooljaar en de vakanties te organiseren. In dit artikel nemen we je mee naar vijf continenten om te ontdekken hoe kinderen over de hele wereld naar school gaan en hun vrije tijd doorbrengen.
In veel Europese landen, zoals Nederland, draait het schooljaar van augustus of september tot juni of juli. De zomervakantie is vaak de langste en duurt meestal zes weken. Deze indeling zorgt ervoor dat gezinnen in de zomer volop kunnen genieten van het warme weer.
In Finland, daarentegen, begint het schooljaar in augustus en loopt het door tot eind mei. Het Finse systeem staat bekend om korte schooldagen en veel pauzes, wat helpt bij de concentratie van leerlingen.
In Zuid-Afrika begint het schooljaar in januari en eindigt in december, met vier termijnen. Na elke termijn hebben leerlingen een korte vakantie van ongeveer drie weken. De zomervakantie, die in december en januari valt, is de langste en valt samen met de warme zomerse feestdagen. Deze structuur houdt rekening met het zuidelijk halfrond, waar de seizoenen omgekeerd zijn ten opzichte van Europa. Wereldwijde schoolkalenders zoals die van Zuid-Afrika laten zien hoe onderwijs wordt aangepast aan zowel het klimaat als culturele tradities.
Aziatische landen staan bekend om hun strenge onderwijssystemen. In Japan begint het schooljaar in april. Het jaar is opgedeeld in drie trimesters met korte schoolvakanties in de zomer, winter en lente. Een verschil is dat Japanse leerlingen maar ongeveer vijf weken zomervakantie hebben. Daarnaast wordt van hen verwacht dat ze in de vakantie vaak extra huiswerk maken of zomerscholen volgen. Het draait hier om discipline en hard werken, een kenmerk dat de wereldwijde schoolkalenders in Azië uniek maakt.
In de Verenigde Staten begint het schooljaar meestal in augustus of september en eindigt in mei of juni. De zomervakantie duurt vaak tien tot twaalf weken, een van de langste ter wereld. De lange zomerstop komt uit het plattelandsleven, waar kinderen vroeger in de zomer op het land hielpen. Tegenwoordig gebruiken veel gezinnen deze tijd om te reizen of kinderen naar zomerkampen te sturen. Ondanks de lange vakanties zijn de schooldagen en weken in Noord-Amerika vergeleken met de andere wereldwijde schoolkalenders relatief kort.
In Zuid-Amerika, zoals in Brazilië, begint het schooljaar in februari en eindigt het in december. Dit betekent dat kinderen vaak naar school gaan tijdens de zomermaanden, omdat de seizoenen omgekeerd zijn ten opzichte van het noordelijk halfrond. De zomervakantie valt hier in december en januari, wanneer het tropisch warm is. Deze structuur past goed bij de seizoensgebonden activiteiten en biedt kinderen een lange pauze tijdens de feestdagen.
In Australië begint het schooljaar in januari en eindigt in december. De lange zomervakantie valt in december en januari, precies tijdens het begin van de zomer in het zuidelijk halfrond. De schooljaren zijn verdeeld in vier termijnen, met een korte vakantie na elke termijn. Hierdoor hebben leerlingen regelmatig pauzes om op te laden. Wereldwijde schoolkalenders laten hier zien hoe het klimaat een grote rol speelt in de indeling van het schooljaar.